Ga direct naar de content

Belasting in natura: het Cultuurstelsel op Java

Van onze redactie, 10 september 2024Een aantal historische personen, die in Nederland nauwelijks nog bekend zijn, spelen een belangrijke rol in het geschiedenisonderwijs en het collectieve geheugen van Indonesië. Eén van hen is Johannes van den Bosch. In 1830 wordt hij door koning Willem I benoemd tot gouverneur-generaal van Nederlands-Indië. De gevolgen van de Java-oorlog (1825-1830) en het begin van de Belgische Opstand (1830) drukken zwaar op de Nederlandse staatsbegroting. Om meer inkomsten uit de kolonie te krijgen, ontwerpt Van den Bosch een nieuw belastingplan: het cultuurstelsel.

Invoering van het Cultuurstelsel

Na het beëindigen van de (1830) voert gouverneur-generaal het in. Door dit nieuwe belastingstelsel wordt de Javaanse bevolking gedwongen 20% van de landbouwgrond te benutten voor de verbouw van gewassen voor de Europese markt. Het gaat om indigo, suiker, thee en koffie. Deze producten worden voor een vaste prijs ingekocht en door de in Europa geveild en verkocht. De winst voor de Nederlandse schatkist, het batig slot genoemd, wordt tientallen jaren gebruikt voor de aflossing van de staatschuld en voor investeringen in kanalen en spoorwegen in Nederland. In sommige jaren maakt de opbrengst uit het Cultuurstelsel zelfs de helft van alle staatsinkomsten uit.

Misbruik

Indonesische vorsten, de , krijgen zogenaamde cultuurprocenten. Hoe hoger de opbrengst voor Nederland in hun regentschap, hoe hoger hun vergoeding. Dit leidt tot uitbuiting van boeren. Ze worden gedwongen om meer dan 20% van hun vruchtbare grond te gebruiken voor producten voor de Europese mark. Hierdoor kunnen ze minder voedsel verbouwen, zoals rijst. Anderen van wie de grond niet geschikt is voor de teelt van de exportproducten zijn verplicht voor het gouvernement te werken (herendiensten). Het systeem wordt zodoende zowel door regenten als bestuursambtenaren misbruikt. Gevolg is hongersnood en armoede onder de Javaanse bevolking.

Regenten op Java

Regent van Sidoarjo

Regent van Tegal

Regent van Banyumas

Regent van Pamekasan

Regent van Japara

Regent van Cianjur

Regent van Kudus

In de roman Max Havelaar wordt belangrijke kritiek geleverd op het Cultuurstelsel

"En er zouden in alle hoofdsteden liederen worden gezongen met refreinen als dit: er ligt een roof staat aan de Noordzee, tusschen Oostfriesland en de Schelde".

Multatuli

Schrijver

Kritiek en geleidelijke opheffing

Vanaf 1848 neemt de weerstand tegen het cultuurstelsel toe. Liberale politici willen dat Nederlands-Indië wordt geopend voor particulier bezit zodat ook het bedrijfsleven kan profiteren van de handel in koloniale producten. Andere kritiek betreft het lijden van de Javaanse bevolking onder druk van het belastingsysteem. Juist in deze jaren is het batig slot bijzonder groot en wil men het economisch voordeel van Java behouden. Afschaffing laat dan ook op zich wachten. Pas na invoering van de Suikerwet en de in 1870 wordt het particulier initiatief in Nederlands-Indië/Indonesië groter. Overigens verandert dat weinig aan de omstandigheden van de Indonesische bevolking, want de kosten van de modernisering moet de kolonie zelf opbrengen.
De afschaffing van het Cultuurstelsel gaat geleidelijk. Voor winstgevende producten blijft het stelsel langer van kracht; voor koffie bijvoorbeeld tot het begin van de twintigste eeuw.

Cultuurstelsel als voorbeeld

In de periode dat binnenlands de kritiek op het Cultuurstelsel toeneemt, wordt het in het buitenland gezien als een voorbeeld voor goed bestuur van een kolonie. De Indiase advocaat James William Money prijst het in zijn boek ‘Java, or How to Manage a Colony’, waarvan snel een Nederlandse vertaling verschijnt. De uitgave heeft grote invloed op toekomstig koning Leopold II van België die in het Cultuurstelsel een model ziet voor zijn koloniale ideeën. Zijn meningen over opbrengst en dwang krijgen later vorm in de Congo-Vrijstaat met zijn systeem van handelsmaatschappijen, monopolies, koninklijk aandeelhouderschap, opzichters en productiebonussen.

Leopold II in een brief, gedateerd 14 april 1862

"De heer Money is de mening toegedaan dat in de Oriënt niets te bereiken valt zonder regeringsdruk. De vrijheid gegeven aan de oosterlingen in deze omstandigheden kan slechts deze zijn: vrijheid van de luiheid, die alle ellende en misdaden verwekt."

Leopold II