Ga direct naar de content

Van onze redactie, 10 september 2024Gemalen nootmuskaat kost in de supermarkt gemiddeld € 2,00 per 50 gram. Het is moeilijk voor te stellen dat dit product in het begin van de zeventiende eeuw goud waard is. Nootmuskaat is in die tijd alleen te vinden op de Banda-eilanden. De noot en de foelie (de rode schil om de pit) zijn gewild in de keuken en als grondstof voor medicijnen. De Banda-eilanden maken daarom al eeuwen deel uit van een handelsnetwerk dat zich uitstrekt van het Arabisch schiereiland tot China. De bevolking woont in dorpen onder leiding van hoofden, de orang kaya (letterlijk vertaald: rijke mensen).

Banda in 1599

Kaart van de Banda-eilanden in de Molukken. Illustratie 15 in het reisverslag van de Tweede Schipvaart naar Oost-Indië onder Jacob Cornelisz. van Nes en Wijbrant van Warwyck in 1598-1600

Een coracora van de Banda-eilanden. Inheems oorlogsschip met roeiers. Op de voorgrond enkele inwoners van Banda. Illustratie 16 in het reisverslag van de Tweede Schipvaart naar Oost-Indië onder Jacob Cornelisz. van Nes en Wijbrant van Warwyck in 1598-1600.

Feestmaal voor aanvang van de strijd op de Banda-eilanden. De krijgers gezeten in een kring, in het midden wordt een oorlogsdans opgevoerd. Illustratie 17 in het reisverslag van de Tweede Schipvaart naar Oost-Indië onder Jacob Cornelisz. van Nes en Wijbrant van Warwyck in 1598-1600

Twee krijgers van de Banda-eilanden, in oorlogsuitrusting gewapend met zwaard, speer en schild. Ilustratie 18 n het reisverslag van de Tweede Schipvaart naar Oost-Indië onder Jacob Cornelisz. van Nes en Wijbrant van Warwyck in 1598-1600

Balspel op de Banda-eilanden. De Hollanders kijken toe. Illustratie 19 in het reisverslag van de Tweede Schipvaart naar Oost-Indië onder Jacob Cornelisz. van Nes en Wijbrant van Warwyck in 1598-1600

Nootmuskaat van de Banda-eilanden. illustratie 20 in het reisverslag van de Tweede Schipvaart naar Oost-Indië onder Jacob Cornelisz. van Nes en Wijbrant van Warwyck in 1598-1600

Een edelman en edelvrouw (Orang Kaya) van de Banda-eilanden met hun bedienden en een Turkse koopman. illustratie 21 in het reisverslag van de Tweede Schipvaart naar Oost-Indië onder Jacob Cornelisz. van Nes en Wijbrant van Warwyck in 1598-1600

De VOC bereikt Banda

De eerste Hollandse schepen komen in 1599 aan op Banda. Ze proberen door middel van verdragen de nootmuskaathandel in handen te krijgen. Dit mislukt, omdat de orang kaya de verschillende partijen, naast de Hollanders bijvoorbeeld Engelse kooplieden, handig tegen elkaar weten uit te spelen. Ze zijn zich erg goed bewust van de waarde van ‘hun’ nootmuskaat.
De jaren hierna ontstaat er een patroon van onderhandelingen en gewapende conflicten tussen de Hollandse VOC (sinds 1602) en de Bandanezen.
De VOC streeft naar het monopolie op de handel in nootmuskaat. Tijdens onderhandelingen in 1609 wordt admiraal Pieter Willemszoon Verhoeff vermoord. Bij een aantal VOC bestuurders ontstaat het idee dat alleen de totale onderwerping van Banda en de verdrijving van de Engelsen een oplossing biedt. Gouverneur-generaal Jan Pieterszoon Coen brengt dit plan tot uitvoering.

De genocide van Coen

Op 23 februari 1621 vertrekt Coen met dertien schepen vanuit Ambon naar de Banda-eilanden. Op 7 maart is hij gereed voor de aanval op het grootste eiland, Lontar (Banda Besar). Zijn vloot bestaat voor een belangrijk deel uit Nederlanders, maar er zijn ook huurtroepen aanwezig waaronder tachtig Ronin, Japanse huurlingen. Zij krijgen later de opdracht om een aantal orang kaya in stukken te hakken met hun samoeraizwaarden.
Tot het eind van de zomer worden er in gevechten op de Banda-eilanden duizenden inwoners gedood. De mensen die naar het binnenland vluchten, worden achterhaald. Achthonderd Bandanezen worden tot slaaf gemaakt en vervoerd naar Batavia (Jakarta). Enige honderden bewoners vluchten naar andere eilanden als Ceram (Seran) of de Kei eilanden (kepulauan Kai).
Van de oorspronkelijke bevolking van de Banda-eilanden blijft niemand achter.

Perken

Na het bloedbad en de ontvolking worden de eilanden opgedeeld in plantages, perken genoemd. Europese opzichters, de perkeniers, produceren door middel van slavenarbeid de jaarlijkse nootmuskaatoogst. Dit levert de VOC hoge winsten op. Buiten het Europese VOC-personeel worden de eilanden opnieuw bevolkt met tot slaafgemaakten uit andere delen van Azië en uit Madagaskar.
Banda is daarmee de allereerste plantage- en slavensamenleving in door Nederlanders gecontroleerd gebied.

Gezicht op Banda Neira met Fort Belgica